Translate

Use Google to translate this website. We take no responsibility for the accuracy of the translation.

Terug naar het overzicht

Week van lezen en schrijven

Op 8 september is het Wereldalfabetiseringsdag. Van zondag 8 tot en met zondag 15 september organiseert Stichting Lezen en Schrijven daarom de Week van lezen en schrijven. In Nederland hebben 2,5 miljoen volwassenen moeite met lezen, schrijven en/of rekenen. Vaak hebben zij ook moeite met het omgaan met bijvoorbeeld een computer of mobiele telefoon. In Berkelland gaat het om 10% van de volwassenen. Ook onder jongeren speelt het probleem, zo heeft 1 op de 4 jongeren van 15 jaar een taalachterstand. Als jongeren met die achterstand van school komen, lopen zij het risico de nieuwe generatie te worden die niet mee kan doen. Moeite hebben met basisvaardigheden heeft grote gevolgen. Het maakt mensen kwetsbaar: minder zelfredzaam, minder sociaal actief en minder gezond dan mensen die hier géén moeite mee hebben.

Beperkte basisvaardigheden: een groot probleem dat we samen klein kunnen maken

Stel je voor: je krijgt een brief van het ziekenhuis. Je ziet meteen dat het een belangrijk document is, maar terwijl je de zinnen leest, lijken de woorden op je af te komen als een onsamenhangende brij. Geen idee wat er nou écht staat, laat staan wat je moet doen. Voor veel mensen is dit de realiteit. Ze hebben beperkte basisvaardigheden, wat betekent dat ze moeite hebben met lezen, schrijven en soms ook rekenen. Dat kan grote gevolgen hebben, voor werk en inkomen, maar ook sociale contacten en welzijn.

Frustratie en schaamte

Misschien ken je wel iemand die niet altijd even vlot is met internet of papieren en formulieren. Een ingewikkelde brief, app of een onduidelijke instructie kan voor iemand met beperkte basisvaardigheden, aanvoelen als het beklimmen van de Mount Everest. Dit leidt tot frustratie, schaamte en soms zelfs tot het vermijden van contact met instanties. Dat maakt helpen niet altijd makkelijk.

Hoe herken je beperkte basisvaardigheden?

Mensen geven niet snel toe dat ze moeite hebben met lezen of schrijven. Soms merk je het aan:

  • Het vaak vergeten van afspraken (“Oh, stond dat in de brief?”)
  • Het vragen om hulp bij het invullen van formulieren (“Kun jij me even helpen, want ik snap er niks van…”)
  • Vaag blijven over belangrijke zaken (“Ik kijk er later wel naar.”)
  • Het vermijden van schriftelijke communicatie (“Kunnen we dit telefonisch regelen?”)

Wat kun jij doen?

Vermoed je beperkte basisvaardigheden? Dan kun je bijvoorbeeld:

  • proberen je taal in gesprekken en teksten, zoals chats, simpel te houden;
  • geduldig zijn en dingen iets vaker uitleggen of de tijd nemen om samen brieven door te nemen;
  • degene tegenover je terug laten vertellen wat je uitgelegd hebt, om te horen of jij het goed uitgelegd hebt.
  • aanmoedigen om hulp te vragen, bijvoorbeeld via het (Digi)Taalhuis van de bibliotheek Oost-Achterhoek: Oostachterhoek.nl/digitaalhuis