Veel gestelde vragen over verkeer

De gemeente gebruikt een systeem dat anoniem snelheidsgegevens verzamelt. Deze gegevens zijn nergens aan personen gekoppeld en blijven volledig anoniem. Dit gebeurt via Floating Car Data (FCD), waarbij GPS-posities van apparaten zoals navigatiesystemen en telefoons worden gebruikt om snelheden in kaart te brengen. Met deze anonieme data kunnen we een goede inschatting maken van hoe hard er wordt gereden.

De gemeente neemt snelheidsremmende maatregelen mee bij onderhoudswerkzaamheden. Komt er in een straat groot onderhoud? Dan kijken we goed naar hoe de straat er op dit moment uitziet. We letten bijvoorbeeld op de ongelukken en de snelheid in de straat. Past dit niet binnen de regels van Duurzaam Veilig? Dan kijken we welke snelheidsremmende maatregelen er nodig zijn. De gemeente kiest uiteindelijk wat er gaat gebeuren en hoe het wordt betaald. Als er geen onderhoudswerkzaamheden zijn is het moeilijk om te werken aan meer maatregelen om de snelheid te remmen. Dit komt omdat het dan erg duur is.  Alleen in spoedgevallen kijken we of er snelheidsremmende maatregelen moeten komen terwijl er geen onderhoudswerkzaamheden zijn. Met spoedgevallen bedoelen we straten waar veel (ernstige) ongelukken gebeuren.

Over het algemeen is er in een 30 km/h zone alleen sprake van minder zicht als hoge begroeiing dicht bij de rand van de weg komt. De bestuurder kan er niet meer overheen kijken. In andere gevallen is er vaak beter zicht als de snelheid wordt aangepast.

Of er zicht belemmerende begroeiing is, wordt door de verkeerskundige van de gemeente beoordeeld.

De gemeente probeert de verkeerssituatie rondom scholen zo veilig mogelijk te maken. Veel scholen stellen regels op over het halen en brengen. Ook ouders hebben een belangrijke verantwoordelijkheid om kinderen goed verkeersonderwijs te geven. Zo leren kinderen hoe ze zich moeten gedragen in het verkeer.

Scholen, ouders, Veilig Verkeer Nederland en de gemeente werken samen aan verkeerslessen en verkeersveiligheidsprojecten. Als het echt nodig is, worden gemeentelijke toezichthouders of de politie gevraagd om op te treden.

Het is raar maar waar: mensen die te hard rijden in een buurt wonen er vaak zelf. Zij brengen hun eigen gezin en hun buurtgenoten in gevaar. Door je te houden aan de regels kunnen bewoners samen zorgen voor meer verkeersveiligheid. Praat met elkaar over verkeersgedrag en spreek elkaar aan als iemand te hard rijdt. Dit helpt om de veiligheid te verbeteren. Kijk op www.vvn.nl voor tips om je buurt veiliger te maken.

De gemeente heeft een aantal elektronische snelheidsdisplays, ook wel ‘smileys’ genoemd. Deze worden na een bepaalde tijd steeds op een nieuwe plek opgehangen.De plek moet voldoen aan praktische voorwaarden, zodat het display goed kan worden opgehangen. Inwoners kunnen een aanvraag doen voor het tijdelijk plaatsen van een elektronisch snelheidsdisplay via info@gemeenteberkelland.nl of via de desbetreffende gebiedscontactpersoon.

Dit betreft vaak het parkeren op plaatsen die daar niet voor bedoeld zijn, zoals op de stoep of voor een uitrit. Dit parkeren is storend en is niet toegestaan.

Op dit parkeergedrag kan handhaving plaatsvinden. De gemeentelijke BOA (Buitengewoon opsporingsambtenaren) en de politie kunnen hiertegen optreden.

Maatregelen zoals gele strepen, extra borden, witte kruizen, fietssluizen of paaltjes zijn in principe niet nodig. Paaltjes plaatsen wij niet gauw in verband met de bereikbaarheid voor minder validen.

De vaak oudere buurten niet zijn ontworpen voor het aantal auto’s dat er nu is. Vroeger waren er veel minder auto’s.

Door parkeerdrukonderzoeken kunnen we meten hoe hoog de parkeerbezetting is. Zelfs als de parkeerdruk hoog is, betekent dit niet automatisch dat er extra parkeerplaatsen worden aangelegd. Extra parkeerplaatsen kosten veel geld. Ze gaan bijna altijd ten koste van groen of speelplekken. Dit komt de leefbaarheid in een buurt niet ten goede. Meestal komt er een ‘nee’ op de vraag om extra parkeerplekken.

We kijken wel naar de inrichting van de weg bij onderhoud aan de weg of het riool. Als het mogelijk en nodig is zullen we extra parkeerplaatsen maken. 

Dit zullen we niet gauw doen. Wij willen dat de juiste borden op de juiste plaats staan. Teveel borden kunnen afleidden en het straatbeeld vervuilen.

De gemeente Berkelland plaatst niet gauw verkeersspiegels. Een spiegel is in de meeste gevallen geen oplossing voor het zichtprobleem. Het is voor de meeste weggebruikers lastig om op zo’n spiegel te vertrouwen. Ze zorgen voor een vertekend beeld.

Particulieren kunnen spiegels voor eigen rekening aanschaffen. Plaatsen mag op eigen terrein zonder overleg met de gemeente. Plaatsing op of langs de openbare weg moet in overleg met ons gebeuren. De eigenaar is verantwoordelijk voor het onderhoud en is aansprakelijk bij ongevallen.

Om te voorkomen dat er bij elke weg een bord met de maximumsnelheid staat, gebruiken we zoneborden. Denk aan 30 km-zoneborden of 60 km-zoneborden. Eén bord bij de ingang van het zonegebied is genoeg. Het gebod of verbod geldt dan voor het hele gebied.

Er mag niet harder dan 30 kilometer per uur worden gereden. De kruispunten zijn meestal gelijkwaardig. Bestuurders van rechts hebben voorrang. Fietsverkeer en autoverkeer maken meestal gebruik van dezelfde weg. Er zijn wel uitzonderingssituaties waarbij de voorrang wel is geregeld. Bijvoorbeeld in het geval van een fietsstraat of doorgaand fietspad.

Voetgangers in een (woon)erf mogen de weg over de volle breedte gebruiken. De maximumsnelheid is voor alle bestuurders (dus ook voor fietsers, snor- en bromfietsers) ‘stapvoets’. Dit is maximaal 15 kilometer per uur. Parkeren is alleen toegestaan in de aangegeven parkeervakken. Dit is aangegeven met een P-tegel/markering of met een P-bord.

Een zebrapad is niet altijd de beste oplossing. Wij leggen ze niet gauw aan.

Uit onderzoek blijkt dat een zebrapad niet altijd zo veilig is als veel mensen denken. Veel mensen vertrouwen erop dat ze voorrang krijgen. In de praktijk zien we dat steeds meer automobilisten de zebra negeren. 

Voordat er bekeurd wordt gaan we eerst kijken of het duidelijk genoeg is dat er sprake is van eenrichtingsverkeer. Mocht dit niet zo zijn dan wordt eerst de verkeerssituatie duidelijker gemaakt. Daarna zal worden overgegaan tot bekeuren.