Omgevingswet
Op 1 januari 2024 zijn de Omgevingswet en de Wet Kwaliteitsborging (Wkb) ingegaan. In de Omgevingswet zijn alle regels voor ruimtelijke ontwikkeling ondergebracht. Het gaat dan om regels voor bouwen, wonen, natuur, milieu, auto- en spoorwegen en water.
Een aanvraag voor een omgevingsvergunning dient u in via het Omgevingsloket.
Voor 1 januari 2024 waren er tientallen wetten en honderden regelingen voor ruimte, wonen, infrastructuur, milieu, natuur en water. Elke wet of regeling had eigen eisen. Dit maakte de wetgeving ingewikkeld en onoverzichtelijk.
Met de Omgevingswet zijn al deze wetten en regelingen gebundeld: 26 wetten inclusief 400 regelingen. De Omgevingswet geldt voor de rijksoverheid en elke provincie, waterschap en gemeente in Nederland.
In Berkelland vinden we dat de mate waarin u mensen betrekt bij uw plan in verhouding moet staan tot het effect dat uw plan op de omgeving kan hebben. Over het algemeen geldt: hoe groter en uitgebreider een plan of ontwikkeling is, hoe belangrijker participatie van inwoners is. Hoe u dat aanpakt? In deze handreiking leest u hier alles over.
U krijgt te maken met de Omgevingswet als u iets wil veranderen in uw leefomgeving. U wilt bijvoorbeeld een garage bouwen, een dakkapel plaatsen of een gezamenlijke speelplek in de buurt maken. Ook als ondernemer krijgt u te maken met de Omgevingswet. Bijvoorbeeld als u een kantoor, bedrijf of winkel wilt beginnen of uitbreiden.
Er is een nieuw digitaal Omgevingsloket, waar u uw aanvraag kunt doen. Op dit loket kunt u ook zien welke regels er gelden op uw locatie.
In de Omgevingswet is een belangrijke rol weggelegd voor participatie: de samenwerking tussen inwoners onderling en de gemeente. Het idee erachter is dat inwoners meer betrokken raken bij hun eigen omgeving. Dus maakt u plannen die invloed hebben op de omgeving? Dan betrekt u zelf de belanghebbenden erbij. Bouwt u een grote schuur, dan raden we u aan om eerst te overleggen met uw buren. En ontwikkelt u een kantoorcomplex, dan betrekt u de omliggende wijk.
Door de omgeving te betrekken kunt u rekening houden met elkaar, werkt u aan begrip voor elkaars standpunten waardoor plannen beter worden.
Op 1 januari 2024 is naast de Omgevingswet ook de Wet Kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) ingegaan. De Wkb betreft voor nu alleen de nieuwbouw van gebouwen die vallen onder gevolgklasse 1.
Bouwtoezicht door kwaliteitsborger
De Wet Kwaliteitsborging vereist dat het bouwtoezicht uitgevoerd wordt door een onafhankelijke kwaliteitsborger.
Wat betekent dit voor u?
Als u bouwt onder kwaliteitsborging heeft u voor de bouwtechnische toets geen vergunning nodig. U moet wel een Bouwmelding doen. Dus voor bijvoorbeeld een woonhuis, fietsbrug of eenvoudig bedrijfspand voldoet een bouwmelding bij de gemeente. Daarnaast moet u bij de bouw van deze bouwwerken een kwaliteitsborger inschakelen, die meekijkt of het gebouw aan de technische regels voldoet.
Let op!
De Omgevingswet scheidt het bouwen van een bouwwerk in een technisch en ruimtelijk deel. Dat levert 2 activiteiten op: de technische bouwactiviteit en de omgevingsplanactiviteit bouwwerken. Wellicht heeft u geen vergunning nodig voor bouwtechnische gedeelte, omdat dit valt onder de Wet Kwaliteitsborging. Maar dan kunt u nog wel een vergunning nodig hebben voor het ruimtelijk gedeelte (omgevingsvergunning omgevingsplanactiviteit).
Niet meteen voor alle bouwwerken
De Wkb is niet meteen voor alle bouwwerken ingevoerd, maar geldt voorlopig alleen voor de nieuwbouw van bouwwerken die vallen onder gevolgklasse 1. Bouwwerken vallen in deze klasse als persoonlijke gevolgen beperkt zijn, op het moment dat niet aan de bouwtechnische voorschriften wordt voldaan. Onder deze (laagste) gevolgklasse vallen de eenvoudigere bouwwerken, zoals eengezinswoningen en kleinere bedrijfspanden.
U wilt gaan bouwen
Voor u gaat bouwen moet u daarom nagaan of uw bouwwerk onder de Wkb valt. Dat kan in het Omgevingsloket. Als uw bouwwerk onder de Wkb valt, moet u een kwaliteitsborger – een onafhankelijke controleur – inschakelen. Uw aannemer of architect kan u hierbij helpen. De kwaliteitsborger kijkt mee van het plan tot de oplevering en controleert alle technische regels en kwaliteitseisen.
Hoe werkt het?
Vallen uw bouwwerkzaamheden onder de Wkb dan moet uiterlijk 4 weken voor de start van de bouwactiviteiten een bouwmelding worden gedaan bij de gemeente. En vergeet de gereedmelding niet. Deze moet u uiterlijk 2 weken voor ingebruikname doen. Anders mag u het bouwwerk niet in gebruik nemen. Bekijk het stappenplan voor gevolgklasse 1.
Financiële consequenties
Door het wegvallen van de technische bouwvergunning zullen de leges lager zijn. Aan de andere zult u echter kosten maken voor de inzet van kwaliteitsborger. Deze zijn namelijk voor uw rekening.
Meer informatie
Elke gemeente moet één omgevingsvisie voor haar grondgebied vaststellen: een nieuw beleidsinstrument onder de Omgevingswet dat richting geeft aan de toekomst van de gemeente. Het geeft de strategische doelen voor onze ‘fysieke leefomgeving’ weer. Dit is geen optelsom van bestaand beleid, maar een samenhangende visie over alle terreinen van de ruimtelijke leefomgeving.
Onder aansturing van de Raadswerkgroep Omgevingswet is er sinds 2019 gewerkt aan het opstellen van de Omgevingsvisie Berkelland. Hierbij is een uitgebreid participatietraject gelopen. De Omgevingsvisie is op 28 mei 2024 vastgesteld door de gemeenteraad.
Richting de toekomst willen we de sociale identiteit van Berkelland met het naoberschap, het waardevolle landschap en de landbouwsector bewaren. We bieden ruimte aan duurzame ontwikkelingen die bijdragen aan de drie verhaallijnen die in de Omgevingsvisie zijn beschreven. De eerste verhaallijn is gericht op de kernen en het platteland en de vitaliteit daarvan. De tweede verhaallijn is gericht op het landschap en de derde op economie en landbouw.
Bij de beoordeling van nieuwe initiatieven aan de Omgevingsvisie gaat het vooral om de vraag of een ontwikkeling logisch en consistent in een verhaallijn past en/of daarop aansluit.
We werken niet meer met bestemmingsplannen, maar op basis van de opgestelde omgevingsvisie komt er één omgevingsplan. In het omgevingsplan staat welke bestemming bepaalde gebieden hebben. Weten wat een omgevingsplan inhoudt? Bekijk deze animatie met uitleg over het omgevingsplan.
1. De Omgevingswet gaat over de fysieke leefomgeving. Wat betekent dat?
Met de Omgevingswet wil de overheid dat we de ‘fysieke leefomgeving’ beter en eenvoudiger inrichten. De volgende onderdelen vallen in elk geval onder de fysieke leefomgeving:
- bouwwerken en infrastructuur
- water(systemen), bodem en lucht
- landschappen, natuur en cultureel erfgoed
- sociale en gezondheidsaspecten, zoals rolstoeltoegankelijkheid en groene schoolpleinen
De Omgevingswet gaat dus niet alleen om de inrichting van de fysieke leefomgeving. Sociale en maatschappelijke belangen zijn daarin ook belangrijk.
2. Waarom is de Omgevingswet ingevoerd?
De Omgevingswet moet ervoor zorgen dat de fysieke leefomgeving beter en eenvoudiger ingericht kan worden. De Omgevingswet heeft verschillende doelen.
Maatschappelijke doelen:
- Een veilige en gezonde fysieke leefomgeving
- Een goede omgevingskwaliteit
- De fysieke leefomgeving op een goede manier beheren, gebruiken en ontwikkelen
Verbeterdoelen:
- Het gebruiksgemak van het omgevingsrecht vergroten
- Een integrale benadering
- Een actieve aanpak stimuleren
- Processen (zoals vergunningaanvragen) versnellen en verbeteren
3. Wat verandert er voor u?
U hoeft nog maar 1 vergunning aan te vragen, bij 1 digitaal loket (DSO). Complexe vergunningaanvragen handelen we straks af in 8 weken. Bij uitzondering kan de termijn nog verlengd worden naar 26 weken.
Tegelijk kijken we als gemeente niet alleen naar specifiek beleid. Bij elk plan kijken we of het project een bijdrage levert aan Berkelland. Heeft uw plan bijvoorbeeld een positieve invloed op klimaat, veiligheid of gezondheid?
Zo komen ideeën sneller van de grond, bijvoorbeeld voor uw eigen woning, bepaalde bouwwerken, infrastructuur, water, bodem, lucht, landschappen en cultureel erfgoed.
Wel is het zo dat we u als initiatiefnemer vaker vragen om zelf op zoek te gaan naar draagvlak voor uw idee. Zo is het belangrijk dat bijvoorbeeld buren en anderen in de omgeving het eens zijn met uw plan.